”Het introduceren van een onafhankelijke beoordeling om opleidingen in te schalen is een goed initiatief, maar er is meer nodig om stappen te zetten in de vastgelopen arbeidsmarkt. Er wordt veel geïnvesteerd om de leercultuur in Nederland te verbeteren, maar bepaalde groepen, zoals praktisch opgeleiden, werknemers in het mkb, flexwerkers en vijftigplussers, maken bijna geen gebruik van al die faciliteiten om te blijven ontwikkelen.” Aldus Magdalena Matei, projectmanager bij Goldschmeding Foundation.
Als mensen de stap naar het bedrijfsleven eenmaal hebben gemaakt, gaan zij vaak niet meer verder met het volgen van opleidingen. Dat ligt aan de attractiviteit van hoe het onderwijs wordt aangeboden, maar ook aan het ontbreken van een leercultuur in Nederland. Zelfs bij het wegvallen van werk wordt nu de oplossing gezocht in een sociaal plan, terwijl we zouden moeten nadenken over een ontwikkelplan, over bij- en omscholing in voorbereiding op een nieuwe baan.
Er is een systeem van leerrechten nodig, zoals al door de Commissie Regulering van Werk en het Platform Toekomst van Arbeid is bepleit. Persoonlijk leerrecht betekent dat iedere burger bij geboorte recht heeft op (maximaal) een universitaire studie. Afhankelijk van de kosten van de genoten opleiding blijft na het behalen van tenminste een startkwalificatie (mbo-diploma) een persoonlijk budget over van 0 tot 25.000 euro. Dit bedrag kan gedurende het hele werkzame leven voor scholing worden opgenomen. Zo verkleint het leerrecht de ongelijkheid bij de start op de arbeidsmarkt, maar het vergroot ook de kans dat iemand de mogelijkheid op het vizier houdt om tijdens de carrière te anticiperen op veranderingen en te blijven ontwikkelen.